Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zult gij in u [31]ontheiligd zijn voor de ogen der heidenen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. 31. Als een onheilige, veile, verachte stad behandeld zijnde, vermits uwe verwoesting. Anders: gij zult u ten erve geven; of, ten erve genomen worden; dat is, vreemde heidenen zullen u bezitten en over u heersen.